Kattentips

Sociaal

  • Als een kat met andere katten is opgegroeid (hij is dan van het sociale type), neem dan minstens twee katten!
  • Iedere kat heeft aandacht nodig.
  • Alle katten MOETEN jagen. Met katten die binnen leven MOET je dagelijks spelen ter vervanging van de jacht.
  • Onderzoek heeft uitgewezen dat zowel dieren als mensen makkelijker leren als gewenst gedrag beloond en ongewenst gedrag zo veel mogelijk wordt genegeerd. Bovendien wordt geprobeerd om ongewenste situaties te voorkomen. Dat heet positieve versterking. Vooral voor katten is dit de beste methode, want opvoeden door straf werkt bij hen niet. Katten verzetten zich tegen geweld, maar niet tegen aanpassing.
  • Hoeveel katten er maximaal in huis gehouden kunnen worden is afhankelijk van een aantal factoren. Zijn het bijvoorbeeld loners, of zijn ze van het sociale type, hoeveel aandacht geef je ze, is het huis katvriendelijk ingericht - veel klimmogelijkheden, hoge slaapplaatsen, etc.?. Een leidraad voor het aantal binnen levende katten per huis is niet meer katten nemen dan het aantal kamers. Deze kamers moeten ALTIJD allemaal toegankelijk zijn voor alle katten. Er moeten mogelijkheden zijn om groepen te vormen - want bij meerdere katten heb je vaak meerdere subgroepen, zonder dat de eigenaar het zelf door heeft. De kat moet zelf kunnen kiezen in welke subgroep hij wil zijn.
  • Het beste is om nog 1 extra kamer te hebben, een quarantainekamer. Daar kan een kat tijdens ziekte of na bezoek aan de dierenarts in verblijven.
  • Zorg steeds voor nieuwe stimuli (voedselverrijking, speeltjes, luchtjes, dozen, etc), anders gaat de kat zich vervelen en dat leidt altijd tot gedragsproblemen!
  • De katten moeten een rustplekje hebben in de buurt van een raam, zodat ze naar buiten kunnen kijken.
  • De katten moeten hun nagels kunnen scherpen. Leer het kleintje zo vroeg mogelijk wat een krabpaal is. Zorg dat je er voldoende in huis hebt, dus op meerdere plaatsen, en zorg er ook voor dat ze goed bereikbaar zijn voor de kat.
  • Niet met je handen spelen. Een kitten moet leren dat handen zijn om te knuffelen/aaien, niet om mee te spelen. Gebruik altijd hengeltjes, touwtjes, balletjes etc. Door het katje met uw handen te laten spelen leer je het dier dat je het goed vindt dat het krabt en bijt.

    Voeding

  • Zet het waterbakje niet naast de katten- of voedselbak. Als je het op een andere plek zet, drinken katten 30% meer! (nog beter: meerdere waterbakjes neerzetten)
  • De meeste katten eten niet meer brokjes dan ze nodig hebben waardoor je het eten gewoon de hele dag kunt laten staan. Minstens 50% moet eiwitrijk, vochtrijk voedsel zijn met weinig koolhydraten, zoals natvoer of zelf klaargemaakt voedsel.
  • Gewone koemelk is niet gezond voor je kat, ook al houdt ze er wel van. De kat kan er diarree van krijgen. Koop speciale kattenmelk die veel minder lactose bevat.
  • Katten houden niet van voedsel dat rechtstreeks uit de koelkast komt.
  • Als je kat te kieskeurig is geworden, probeer dan om stilaan het vertrouwde eten te mengen met ander eten zodat ze hieraan gewend raakt.
  • Er moet altijd kattengras zijn (de meeste kamerplanten zijn giftig!) Gras is essentieel voor huiskatten, het werkt als een natuurlijk braakmiddel en helpt bijvoorbeeld om haarballen kwijt te raken.

    Hygiëne

  • Katten en poezen vinden hygiëne erg belangrijk! Zorg er dus voor dat de kattenbak altijd schoon is en zet etensbakjes en kattenbakken niet op dezelfde plek neer.
  • De regel voor kattenbakken is 1 kattenbak per kat + 1 extra. Deze moeten dagelijks worden uitgeschept en wekelijks uitgeboend. Gebruik niet-geparfumeerde korrels. Verander niet zomaar van merk, dat is vreselijk voor katten (hun reukvermogen is vele malen beter dan dat van mensen, geur is heel belangrijk voor katten). Neem een open kattenbak, zonder kap. Heb je één kat? Dan moet je twee bakken hebben. Veel katten poepen en plassen namelijk niet graag op dezelfde bak. Hij moet op een rustige plek geplaatst worden.
  • Schoonmaken van urineplekken. Vermijd absoluut ammoniak- of chloorhoudende middelen. Deze geuren nodigen de kat uit om weer over deze lucht heen te sproeien of urineren en werken averechts.Voor het goed reinigen van urineplekken is het belangrijk 2 handelingen te verrichten:
    1. Reinig met soda, groene (of bruine) zeep of Biotex. Afspoelen met koud water en goed drogen.
    2. Besproei de plek met een alcoholoplossing middels een plantenspuit. Eventueel inwrijven met een doek. Goed drogen vóór de kat er weer bij mag. Doet u niet beide handelingen dan bestaat de kans dat uw kat opnieuw op deze plek gaat urineren of sproeien.
  • Belangrijk is ook dat je ervoor zorgt dat het etensbakje schoon is, want katten knappen af op aangekoekte etensresten.